In opdracht van Unia, het Interfederaal Gelijkekansencentrum, werd in juli 2015 gestart met de ontwikkeling en toepassing van een diversiteitsbarometer in onderwijs. Deze opdracht kadert in een langlopend project van Diversiteitsbarometers in drie belangrijke socio-economische domeinen: werk (opgesteld in 2012), huisvesting (opgesteld in 2014) en onderwijs (2018). Elke barometer is een momentopname en schetst een stand van zaken met betrekking tot diversiteit en discriminatie in deze sectoren. Er wordt een cyclische herhaling na 6 jaar voorzien om de ontwikkelingen op vlak van discriminatiegraad en diversiteit op te volgen. In de derde barometer wordt onderwijs onder de loep genomen.
Dit instrument laat toe op een wetenschappelijke manier diversiteit en discriminatie op basis van de criteria die door de antidiscriminatiewet worden beschermd (herkomst, handicap, seksuele geaardheid, socio-economische achtergrond, …) in het onderwijs in kaart te brengen. Het onderzoek beperkt zich niet tot Vlaanderen, maar omvat zowel het Nederlandstalige, Franstalige als Duitstalige onderwijs in België. Het Steunpunt Diversiteit en Leren-UGent voert dit onderzoek uit samen met HIVA-KU Leuven (hoofdpromotor) en GERM-ULB.
De uitwerking van de diversiteitsbarometer onderwijs beoogt drie doelstellingen:
Het Steunpunt Diversiteit en Leren, UGent voerde dit onderzoek uit samen met HIVA, KU Leuven (hoofdpromoter) en GERM, ULB.
De belangrijkste resultaten van de diversiteitsbarometer onthullen: